Rondom de kerstdagen versturen we als Belgen zo’n 50 miljoen kerstkaarten. Dat zijn er gemiddeld zo’n 5 per persoon. Bij het versturen van kerstkaarten zijn er twee tactieken: je stuurt iedereen een kaart die jou ook een kaart stuurt of je maakt zelf een lijstje met ontvangers.
We geven je twee suggesties voor het versturen van kerstkaarten: de gemakkelijke en de leuke manier.
De gemakkelijke manier: alleen kerstkaartjes terugsturen
Alleen kerstkaarten terugsturen heeft zijn voor- en nadelen. Voordeel; je weet zeker dat je kaartje naar iemand gaat die jou ook een kaartje heeft gestuurd. Nadeel; als de ontvanger zelf ook wacht met het versturen van kaarten, dan ontvang je beide geen kaartje. Er zal toch iemand als eerste een kaartje moeten sturen.
Daar komt nog bij dat je pas erg laat weet hoeveel kaarten je moet versturen. Dat is namelijk afhankelijk van hoeveel kaartjes jij hebt ontvangen.
De leuke manier: kerstkaarten sturen naar wie je dierbaar is
Je kunt dus wachten en iedereen een kaart sturen die jou een kaart heeft gestuurt of je maakt zelf een lijstje met dierbaren die je graag een kaart wilt sturen. En wees eerlijk, dat is toch veel leuker?
Bedenk van tevoren wie jij een warme kerstgroet toewenst en wie jij een kerstkaartje wilt sturen. Je kan het zo uitgebreid maken als je zelf wilt. Stuur bijvoorbeeld je ouders, ooms, tantes, neefjes, nichtjes, buren, vrienden of collega’s een kerstkaart. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Ook wanneer je enkel een kerstkaart naar je naaste familie en vrienden stuurt, zul je er veel plezier aan beleven.
Hoeveel kerstkaarten je moet versturen verschilt dus nogal per persoon en of je kiest voor de gemakkelijke of de leuke optie. Hoe dan ook, je vrienden en familie zullen blij zijn met je persoonlijke kerstkaart.
Lees hier wanneer je kerstkaarten moet bestellen zodat ze op tijd aankomen.
